Geschiedenis Den Haag
Den Haag, ook wel bekend als ‘s-Gravenhage, is een van de oudste steden van Nederland. De stad werd gesticht in de 13e eeuw en was aanvankelijk een klein vissersdorpje. In de loop der tijd groeide de stad uit tot een belangrijke handelsplaats en politiek centrum.
In de 16e eeuw werd Den Haag de zetel van de regering van de Nederlanden onder het bewind van Willem van Oranje. Sindsdien is de stad het politieke hart van Nederland gebleven en speelde het een belangrijke rol in de vorming van de moderne Nederlandse staat.
Tijdens de Gouden Eeuw was Den Haag een welvarende stad en bloeide de kunst en cultuur op. Veel bekende schilders, zoals Vermeer en Rembrandt, woonden en werkten in Den Haag. In deze periode werden veel van de historische gebouwen en monumenten gebouwd die nog steeds te zien zijn in de stad, zoals het Binnenhof en de Lange Vijverberg.
In de 19e eeuw werd Den Haag steeds meer een populaire bestemming voor toeristen, vanwege de vele bezienswaardigheden en de mooie stranden aan de nabijgelegen kust. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed de stad echter aanzienlijke schade als gevolg van de gevechten tussen de Duitse bezetters en de geallieerde troepen.
Na de oorlog werd Den Haag herbouwd en groeide het uit tot een belangrijk centrum voor internationale rechtspraak en diplomatie. Het Vredespaleis, waarin het Internationaal Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage zijn gevestigd, is een symbool geworden van de internationale vrede en gerechtigheid.
Vandaag de dag is Den Haag nog steeds een belangrijke stad voor politiek en rechtspraak, maar ook voor toerisme en cultuur. De stad heeft een rijk historisch erfgoed en biedt tal van bezienswaardigheden en activiteiten voor bezoekers.